Reglement carnavalsoptocht Dommelbaorzedurp

Reglement optocht Dommelbaorzedurp 

Alvorens het inschrijfformulier in te vullen, verdient het aanbeveling eerst dit optochtreglement goed door te lezen.

Het bestuur van Dommelbaorzedurp wenst u veel succes en veul leut tijdens de bouwperiode. Wij hopen ook dit jaar weer een mooie optocht door Dommelbaorzedurp te zien trekken.

 

Deelname en contactpersoon 

  1. Deelname aan de optocht is alleen mogelijk na inschrijving en deelnamebevestiging door de organisatie. 
  2. De organisatie is gerechtigd om inschrijvingen te weigeren die naar haar oordeel niet in de optocht passen of niet voldoen aan de bepalingen van dit reglement. 
  3. De optocht kent drie categorieën waarvoor ingeschreven kan worden:
    1. Wagens
    2. Grote loopgroepen (10 personen of meer)
    3. Kleine loopgroepen (maximaal 9 personen of individuelen)
  4. De optochtcommissie c.q. de optochtjury beslist over de uiteindelijke indeling in categorieën.
  5. Het startnummer dient op een voor iedereen zichtbare plaats te zijn bevestigd aan de carnavalswagen, dan wel duidelijk zichtbaar te worden meegedragen. Zonder startnummer kan de optochtjury niet jureren en kan uitsluiting voor verdere deelname volgen.
  6. Iedere deelnemer dient 30 minuten voor vertrek van de optocht op de hem/haar aangewezen plaats van opstellen aanwezig te zijn.
  7. Per deelnemend startnummer in de optocht dient bij inschrijving een contactpersoon opgegeven te worden. 
  8. De contactpersoon fungeert als aanspreekpunt voor de organisatie en is bij het opstellen van de optocht en tijdens de optocht door de organisatie aanspreekbaar. 
  9. Indien een contactpersoon tijdens de optocht een calamiteit constateert, neemt hij/zij contact op met de organisatie. 
  10. De deelnemers volgen de instructies van de organisatie op en dragen bij aan een vlot en probleemloos verloop van de optocht. 
  11. Door deelnemers onder de 18 jaar mogen geen alcoholhoudende dranken worden genuttigd. 
  12. Door inschrijving als deelnemer aan de optocht onderwerpt men zich aan dit reglement.
  13. De organisatie behoudt zich het recht voor deelnemers en voertuigen uit te sluiten van deelname aan de optocht als deze de openbare veiligheid in gevaar brengen, zich niet houden aan dit reglement of anderszins de Nederlandse wetgeving overtreden. De beoordeling hiervan berust bij de organisatie. 
  14. Bij uitsluiting vervalt iedere aanspraak op prijzen en eventueel prijzengeld. 
  15. In voorkomende situaties waar dit reglement niet voorziet, beslist de organisatie. 
  16. Het is niet mogelijk in beroep te gaan tegen de beslissingen van de organisatie. 

Optochtjury

  1. De optochtjury heeft de vrijheid de taak verdeling van de jurywerkzaamheden naar eigen plan in te vullen per categorie.
  2. Tijdens het bouwproces zal de optochtjury minimaal eenmaal langskomen op de bouwlocatie ter beoordeling van de creatie en de bouwkundige specificaties, met uitzondering van de kleine loopgroepen.  
  3. Bij de beoordeling gaat de optochtjury uit van de volgende beoordelingsnormen:
    • Creativiteit
    • Uitbeelding
    • Afwerking
    • Actie met publiek
    • Carnavalesk gehalte
  4. De uitslag wordt bekend gemaakt in het Prinsenhof of op een nader te bepalen plaats en tijdstip, maar altijd op de dag van de optocht zelf, die wordt gehouden op de zondagmiddag tijdens carnaval.
  5. De prijzen worden middels een cheque tijdens de bekendmaking van de uitslag overhandigd. Bij het inschrijven wordt gevraagd om de naam van een contactpersoon en een bankrekeningnummer waar de waarde van de prijs naartoe  wordt overgemaakt.
  6. Het is niet mogelijk om in beroep te gaan tegen de uiteindelijke beslissing van de jury.

Verkeersregelaars

  1. Tijdens de optocht wordt gebruik gemaakt van verkeersregelaars. Verkeersregelaars hebben een wettelijke status, wat betekent dat alle weggebruikers verplicht gevolg moeten geven aan de aanwijzingen en instructies van de verkeersregelaars.

Aansprakelijkheid 

  1. De Vereniging Dommelbaorzedurp kan als organisatie van de optocht nimmer aansprakelijk worden gesteld voor schade ontstaan voorafgaand, tijdens of aansluitend aan de optocht. 
  2. Deelname aan de optocht geschiedt geheel op eigen risico. 
  3. Iedere deelnemer/persoon wordt geacht particulier verzekerd te zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid (WA). De deelnemer controleert zelf of de verzekering ook deelname aan optochten dekt of in dekking neemt.
  4. Het is de deelnemers niet toegestaan voorafgaand, tijdens of aansluitend aan de optocht handelingen te verrichten of na te laten, waardoor gevaar, schade of hinder ontstaat of kan ontstaan. Eventuele schade of gemaakte kosten zullen op de deelnemer worden verhaald. 
  5. De Optochtcommissie adviseert een EHBO kit aanwezig te hebben in elk rijdend/rollend voertuig.

Uitingen 

  1. Interactie met het publiek of een ludieke act opvoeren maakt een optocht kleurrijk en aantrekkelijk. Gezien de doorloop is dit gelimiteerd tot maximaal 150 seconden.
  2. Het is de deelnemers niet toegestaan om teksten of afbeeldingen te gebruiken, of anderszins uitingen te gebruiken die discriminerend, politiek gevoelig, aanstootgevend, kwetsend of beledigend kunnen zijn voor personen, groepen, religies en dergelijke. Zulks ter beoordeling van de organisatie. 
  3. Reclame uitingen zijn toegestaan tot een maximum van 50cm x 100 cm, achter aan de wagen bevestigd.

Voertuig - bestuurder 

  1. De bestuurder is in het bezit van een geldig rijbewijs voor het betreffende trekkend voertuig en de voortgetrokken wagen. 
  2. De bestuurder is niet onder invloed van drank of verdovende middelen. 
  3. De Nederlandse wetgeving is van toepassing op de deelnemers en de deelnemende voertuigen.

Dit betekent onder andere dat voor de motorrijtuigen een WA-verzekering moet zijn afgesloten.  

  1. Als de bestuurder van een voertuig een beperkt uitzicht heeft, aan de voor- dan wel achterzijde, is het verplicht om minimaal één persoon van tenminste 18 jaar te laten meelopen met het voertuig om hieromtrent aanwijzingen te geven aan de bestuurder. Dit is zowel voor de veiligheid van de deelnemers alsmede voor de veiligheid van de toeschouwers. 
  2. De bestuurder mag nimmer gehinderd worden door personen in of op het voertuig. 
  3. Op een trekkend voertuig mag zich tijdens de optocht enkel de bestuurder bevinden. 
  4. Minderjarigen kunnen niet aan de optocht deelnemen met een gemotoriseerd voertuig dat niet tot de openbare weg is toegelaten. 

Wagens – deelnemers op de wagen 

  1. Indien de wagen is ingericht als zijnde dat er zich personen op de wagen kunnen bevinden, zijn de volgende veiligheidseisen van kracht: 
    1. Het is niet toegestaan om tijdens de optocht van een rijdend voertuig op of af te stappen, uitgezonderd noodgevallen. 
    2. Op- en afstappen mag uitsluitend via een daarvoor geschikte inrichting. 
    3. Deze inrichting, bijvoorbeeld vaste trap, entree of beugels, mag nooit aan de voorkant van de wagen of tussen de wagen en het trekkend voertuig uitkomen. 
    4. Deze inrichting dient constructief stevig te zijn, en dient afgesloten te zijn tijdens het rijden van de wagen. 
    5. Ter voorkoming van verkeersgevaarlijke situaties, mogen personen zich alleen op de wagen bevinden tijdens de optocht. Tijdens de rit van de stalling naar de optocht en tijdens de rit van de optocht terug naar de stalling mogen er nooit personen op de praalwagen/platte kar aanwezig zijn. 
    6. De snelheid van het trekkend voertuig en de wagen is tijdens de optocht maximaal vijf kilometer per uur. 
    7. De snelheid van het trekkend voertuig tijdens de rit naar de optocht en de terugrit dient in overeenstemming te zijn met de geldende verkeerswetgeving. Tijdens deze ritten mogen geen personen op de wagen worden vervoerd. 
    8. De wagen moet voorzien zijn van gemonteerde zitplaatsen met rugleuning. Personen die staan moeten bij plotselinge bewegingen houvast hebben aan een beugel of handgreep, of zij moeten met een tuig aan de wagen bevestigd zijn. Als dergelijke voorzieningen niet aanwezig zijn, moet de wagen voorzien zijn van een deugdelijke reling met een hoogte van minimaal 120 centimeter. Deze moet deugdelijk zijn bevestigd aan de praalwagen of platte kar: zodanig dat deze niet breekt of doorbuigt wanneer de aanwezige personen er tegenaan leunen. Op een hoogte van 60 centimeter gemeten vanaf de vloer van de praalwagen/platte kar moet ook een dwarsbalkconstructie zijn gemonteerd die voorkomt dat personen onder de omheining door kunnen klimmen of vallen.
    9. Het aantal personen op de wagen is niet groter dan het aantal zit- of staanplaatsen. 
    10. Personen onder de veertien jaar dienen begeleid te worden door tenminste één volwassene die op de wagen aanwezig moet zijn. 
    11. De gemeente heeft een vergunning afgegeven of ontheffing verleend voor deelname aan de optocht. Gedurende de optocht mag niet van de in de vergunning/- ontheffing vermelde route worden afgeweken.
  2. Voor het geval van een calamiteit dienen er veilige en snelle vluchtwegen te zijn voor de personen in/op het voertuig en/of de wagen: 
    1. De vluchtwegen moeten vrij blijven van apparaten en versperringen. 
    2. De vluchtwegen dienen vrij te zijn van elektrische bedradingen en snoeren. 
    3. De vluchtweg dient dusdanig te zijn dat het voertuig en/of de wagen op een redelijke wijze kan worden verlaten (hoogte van uitgangen, reling, trap). 
    4. Ieder persoon op het voertuig en/of wagen dient op de hoogte te zijn van de vluchtmogelijkheden. 
    5. Het is niet toegestaan om personen op plaatsen in het voertuig en/of de wagen te hebben vanwaar zij zich niet zelfstandig, snel en veilig in veiligheid kunnen brengen. 

Voertuigen en wagens – constructie en afmeting 

  1. De algehele technische staat van de wagen en het trekkend voertuig dient te voldoen aan de eisen van de Nederlandse wetgeving. Denk daarbij, maar niet uitsluitend, aan: 
    1. banden, vering/wielophanging en assen 
    2. chassis en carrosserie 

De deelnemers dragen altijd zelf de verantwoordelijkheid voor de deugdelijkheid van de constructie. 

  1. Een voortgetrokken wagen behoort met een gezekerde, deugdelijke en geschikte koppeling te zijn verbonden met het trekkend voertuig en dient tevens een eigen kentekenplaat (geel) of kentekenplaat (wit) van een trekkend voertuig te hebben.
  2. Een eigen opbouw op het trekkend voertuig en de wagen dient op een deugdelijke en veilige wijze te zijn bevestigd. Ronddraaiende elementen en aandrijvingen dienen voldoende te zijn afgeschermd. 
  3. De toegestane afmetingen in de categorie Wagens zijn : 

Breedte: 

Maximaal    3.60 meter 

Minimaal     1.80 meter 

Lengte: 

Maximaal 12.00 meter (incl. trekkend/duwend voertuig) 

Minimaal    5.00 meter 

Hoogte: 

Maximaal   4.20 meter 

Controle van maten met betrekking tot categorie indeling geschiedt voor aanvang van de optocht. Een ieder die mee doet met een kleinere wagen dan de eisen in de categorie “Wagens” wordt automatisch onder de categorie “Grote Loopgroepen” geplaatst. De lengte en breedte van het bouwwerk wordt nagemeten voor aanvang van de optocht. 

  1. Voertuigen en wagens moeten aan alle kanten op 40 cm hoogte afgeschermd zijn zodat personen niet onder het voertuig of de wagen kunnen komen. Indien dit niet het geval is, is het verplicht om minimaal twee personen van tenminste 18 jaar aan weerszijden met het voertuig en wagen te laten meelopen die erop toezien dat toeschouwers noch deelnemers dicht bij het rijdend voertuig en wagen kunnen komen. 

Gevaarlijke stoffen en installaties 

  1. Open vuur, gasvuur of vuurwerk, op welke wijze dan ook, is verboden in de optocht. 
  2. Bij gebruik van perslucht of flessen onder hoge druk dienen deugdelijke flessen, slangen, slangklemmen en reduceerinrichtingen gebruikt te worden. Eveneens dient de gehele installatie deugdelijk te zijn bevestigd. 
  3. Bij gebruik van een aggregaat dient deze zo opgesteld te worden dat deze bij een calamiteit direct te verwijderen is. 
  4. Het is toegestaan maximaal 5 liter extra brandstof in een daarvoor passende jerrycan tijdens de optocht mee te voeren. De jerrycan dient op een stevige en veilige plaats op het voertuig of de wagen te worden vastgezet. 
  5. Brandstof die meegevoerd wordt, dient afgeschermd te zijn van ontstekings- en hittebronnen. 
  6. Bij het gebruik van aggregaten en andere elektrische apparaten moet, ter voorkoming van elektrocutie, een deugdelijke bekabeling worden gebruikt. 
  7. Elke deelnemer in de categorie “Wagens” is verplicht een goedgekeurde brandblusser van minimaal 8 kg binnen handbereik op de voortgetrokken wagen te hebben. 
  8. Uitlaatgassen van motoren, aggregaten e.d. moeten rechtstreeks naar de buitenlucht worden afgevoerd. Het voertuig en/of de wagen moet goed geventileerd zijn zodat personen niet bedwelmd of onwel kunnen worden door uitlaatgassen. 

Geluid 

  1. Het geluidsniveau van een meegevoerde geluidsinstallatie moet op een acceptabel niveau zijn en heeft slechts als functie de ondersteuning van de wagen of creatie. Als de organisatie meent dat het geluidsniveau te hoog is, kan hij de deelnemer sommeren om het niveau omlaag te brengen. 
  2. Het geluidsniveau zal nimmer de 85 decibel overschrijden. 

Plaats en voortgang in de optocht 

  1. Op de startlocatie dienen de aanwijzingen van de Optochtcommissie te worden opgevolgd. Dit geldt zowel voor naar de gereserveerde plaats gaan als met het starten van de optocht.
  2. De organisatie bepaalt de volgorde van de startnummers in de optocht. 
  3. De Optochtcommissie bepaalt tezamen met de verkeersregelaars de snelheid en het veilig oversteken van wegen en spoorwegovergangen
  4. Iedere deelnemer heeft de plicht het tempo te volgen zoals dat vanaf de kop van de optocht aangegeven wordt. 
  5. Iedere deelnemer bewaart constant een redelijke afstand ten opzichte van zijn voorganger. 
  6. Groepen dienen er voor te zorgen dat ze één eenheid blijven vormen. 

Ontbinding van de optocht 

  1. Ontbinding van de optocht vindt niet eerder plaats dan op het einde van de vastgestelde route. De deelnemer die het eindpunt niet bereikt, wat ter plaatse door de organisatie of de jury wordt vastgesteld, kan worden uitgesloten van het klassement. 
  2. Wagens dienen zo spoedig mogelijk na afloop van de optocht de openbare weg te verlaten dan wel een normale doorgang op de openbare weg niet te hinderen.  

 

Wij wensen jullie veel succes en plezier met het bouwen en uitvoeren van de act!

 

 

Bijlage 1:

Beheersing van de schadelast door Verzekeraar Dommelbaorzedurp gesteld m.i.v. 1-11-2022

Deugdelijke omheining:

Van belang is de omheining waarachter de personen op de praalwagen/platte kar staan. De omheining moet minimaal 1.20 meter hoog zijn. Ook moet deze

  • deugdelijk zijn bevestigd aan de praalwagen of platte kar: zodanig dat deze niet breekt of doorbuigt wanneer de aanwezige personen er tegenaan leunen.

Op een hoogte van 60 centimeter gemeten vanaf de vloer van de praalwagen/platte kar moet ook een dwarsbalkconstructie zijn gemonteerd die voorkomt dat

  • personen onder de omheining door kunnen klimmen of vallen.

Tijdens de rit in de optocht moeten de bestuurder en de zich op de praalwagen of platte kar bevindende personen zich houden aan de volgende regels: 

De gemeente heeft een vergunning afgegeven of ontheffing verleend voor deelname aan een optocht. Gedurende de optocht mag niet van de in de

  • vergunning/- ontheffing vermelde route worden afgeweken.
  • Er mag maximaal 20 kilometer per uur worden gereden wanneer personen op de praalwagen/platte kar aanwezig zijn.

Het is niet toegestaan dat gedurende de rit personen op- of afstappen van de praalwagen/platte kar. De hierdoor ontstane schade aan personen is niet

  • verzekerd.

Tijdens de rit van de stalling naar de optocht en tijdens de rit van de optocht terug naar de stalling mogen er nooit personen op de praalwagen/platte kar aanwezig zijn.